In 2019 bedroeg de bevolkingsgewogen gemiddelde concentratie van fijn stof (PM2,5) in België 11,1 microgram per kubieke meter. Om de duurzame-ontwikkelingsdoelstelling tegen 2030 te realiseren, moet dat cijfer dalen naar 10 microgram per kubieke meter. Dat doel wordt bereikt met een voortzetting van de trend sinds 2000 (gegevens beschikbaar in april 2023). De blootstelling aan fijn stof evolueert dus gunstig.
Blootstelling aan fijn stof - België - trendevaluatie
microgram PM2,5 per kubieke meter, bevolkingsgewogen gemiddelde
2000 | 2005 | 2010 | 2015 | 2019 | 2020 | 2025 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
waarnemingen | 14.5 | 15.0 | 17.7 | 13.5 | 11.1 | -- | -- | -- |
trend en extrapolatie (april 2023) | 14.2 | 16.5 | 17.2 | 14.4 | 11.8 | 11.3 | 9.5 | 8.6 |
doelstelling 2030 | 10.0 | 10.0 | 10.0 | 10.0 | 10.0 | 10.0 | 10.0 | 10.0 |
Eurostat (2021), Urban population exposure to air pollution by particulate matter [sdg_11_50], https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 02/06/2021); berekeningen FPB.
Blootstelling aan fijn stof - België en internationale vergelijking
microgram PM2,5 per kubieke meter, bevolkingsgewogen gemiddelde
2000 | 2005 | 2010 | 2014 | 2015 | 2018 | 2019 | 2019//2000 | 2019//2014 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
België | 14.5 | 15.0 | 17.7 | 14.4 | 13.5 | 12.8 | 11.1 | -1.4 | -5.1 |
EU27 | 14.5 | 16.2 | 18.9 | 15.7 | 15.6 | 14.5 | 12.6 | -0.7 | -4.3 |
//: Gemiddelde groeivoeten |
Eurostat (2021), Urban population exposure to air pollution by particulate matter [sdg_11_50], https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 02/06/2021).
Definitie: de blootstelling aan fijn stof (PM2,5) meet de concentratie van deeltjes met een diameter kleiner dan 2,5µm in de Belgische steden, uitgedrukt in microgram per kubieke meter (µg/m³). Die deeltjes worden hoofdzakelijk uitgestoten tijdens verbrandingsprocessen (motoren, verwarmingsketels enz.) en in bepaalde industriële activiteiten. Door de grotere concentratie van dit type activiteiten in stedelijke gebieden worden de concentraties daar prioritair gemeten. Om deze indicator te berekenen worden de gemeten concentraties aangepast op basis van de bevolking. De gegevens worden samengebracht door de Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu en zijn beschikbaar op de site van Eurostat.
Doelstelling: de blootstelling aan fijn stof mag een maximumniveau van 10µg/m³ (jaarlijkse gemiddelde concentratie) niet overschrijden.
De duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen of SDG’s die de Verenigde Naties in 2015 hebben aangenomen, bevatten subdoelstelling 11.6: "Tegen 2030 de nadelige milieu-impact van steden per capita reduceren, ook door bijzondere aandacht te besteden aan de luchtkwaliteit en aan het gemeentelijk en ander afvalbeheer".
De Federale beleidsvisie op lange termijn inzake duurzame ontwikkeling bevat doelstelling 35: "De uitstoot van vervuilende stoffen, zoals (...) fijn stof, (...) zal aanzienlijk verminderd zijn en de lucht (binnen en buiten)-, water- en bodemvervuiling zal niet langer een significante – directe of indirecte – weerslag hebben, noch op de gezondheid, noch op het milieu" (Belgisch Staatsblad, 08/10/2013). De Wereldgezondheidsorganisatie stelt, daarnaast, in haar Air quality guidelines - global update 2005 (Richtlijnen voor de luchtkwaliteit – globale update 2005), een maximumniveau voor van 10µg/m³ voor de jaarlijkse gemiddelde concentraties van PM2,5. Deze doelstelling kan in de komende maanden worden herzien, ten gevolge van de publicatie van nieuwe richtsnoeren door de Wereldgezondheidsorganisatie in september 2021 (WHO, 2021).
Evolutie: de gemiddelde concentraties fijn stof blijven tussen 2000 en 2005 stabiel rond de 15 µg/m³ en zijn daarna snel gestegen tot 21 µg/m³ in 2007. Sindsdien dalen de gemiddelde concentraties gestaag tot 11,1 µg/m³ in 2019.
Internationale vergelijking: tussen 2000 en 2019 liggen de in België waargenomen gemiddelde concentraties op vergelijkbare niveaus als in de EU27. In een verdeling van de lidstaten in drie groepen behoort België in 2019 tot de middelmatig presterende groep en het scoort beter dan het Europese gemiddelde. In dat jaar stond Estland met 4,8 µg/m³ op de eerste plaats en Bulgarije met 19.6 µg/m³ op de laatste.
Opsplitsing volgens gewest: kan niet worden weergegeven omdat er momenteel geen vergelijkbare gegevens beschikbaar zijn.
VN-indicator: de gekozen indicator stemt overeen met 11.6.2 - Gemiddelde jaarlijkse niveau van fijn stof (bijvoorbeeld PM2,5 en PM10) in steden (bevolkingsgewogen).
Bronnen
Algemeen
SDG’s, duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals): United Nations (2015), Transforming our world: the 2030 Agenda for Sustainable Development. Resolution adopted by the General Assembly on 25 September 2015, document A/RES/70/1.
Indicatoren: United Nations (2017), Work of the Statistical Commission pertaining to the 2030 Agenda for Sustainable Development. Resolution adopted by the General Assembly on 6 July 2017, document A/RES/71/313.
UN Sustainable Development: https://sdgs.un.org/ (geraadpleegd op 18/01/2023).
Specifiek
Belgisch Staatsblad: http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/welcome.pl; opzoeking op http://www.ejustice.just.fgov.be/doc/rech_n.htm (geraadpleegd op 24/09/2020).
World Health Organization (2006), Air quality guidelines. Global update 2005. Particulate matter, ozone, nitrogen dioxide and sulfur dioxide (global update 2005), http://www.euro.who.int/en/health-topics/environment-and-health/air-quality/publications/pre2009/air-quality-guidelines.-global-update-2005.-particulate-matter,-ozone,-nitrogen-dioxide-and-sulfur-dioxide (geraadpleegd op 24/09/2020).
2023 © cic@plan.be