In 2021 werd in België 84,9 procent van het vervoer van personen, gemeten in reizigerskilometer, met de wagen gerealiseerd. Om de duurzame-ontwikkelingsdoelstelling tegen 2030 te realiseren, moet dat cijfer dalen naar 67,6 procent. Volgens de projecties van het Federaal Planbureau (beschikbaar in november 2023) wordt dat doel niet bereikt. Het vervoer van personen met de wagen evolueert dus ongunstig.
Vervoer van personen met de wagen - België - trendevaluatie
procent van vervoer in reizigerskilometer
2000 | 2005 | 2010 | 2015 | 2020 | 2021 | 2025 | 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
waarnemingen | 82.4 | 79.2 | 79.7 | 80.7 | 84.2 | 84.9 | -- | -- |
projectie (november 2023) | -- | -- | -- | -- | -- | -- | -- | 81.0 |
doelstelling 2030 | 67.6 | 67.6 | 67.6 | 67.6 | 67.6 | 67.6 | 67.6 | 67.6 |
European Commission (2023), European transport in figures 2023, http://ec.europa.eu/transport/facts-fundings/statistics_en (geraadpleegd op 03/10/2023); berekeningen FPB op basis van FPB en FOD Mobiliteit en Vervoer (2023), Vooruitzichten van de transportvraag in België tegen 2040.
Vervoer van personen met de wagen - België en internationale vergelijking
procent van vervoer in reizigerskilometer
1990 | 1995 | 2000 | 2005 | 2010 | 2015 | 2016 | 2020 | 2021 | 2021//1990 | 2021//2016 | 2021//1995 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
België | 82.8 | 82.3 | 82.4 | 79.2 | 79.7 | 80.7 | 81.1 | 84.2 | 84.9 | 0.1 | 0.9 | 0.1 |
EU27 | -- | 79.5 | 80.2 | 80.8 | 81.2 | 81.2 | 81.3 | 86.1 | 85.2 | -- | 0.9 | 0.3 |
//: Gemiddelde groeivoeten |
European Commission (2023), European transport in figures 2023, http://ec.europa.eu/transport/facts-fundings/statistics_en (geraadpleegd op 03/10/2023).
Definitie: het modale aandeel van de wagen in het vervoer van personen is het aandeel van het totale vervoer dat met de wagen gerealiseerd wordt. De andere beschouwde vervoerswijzen zijn collectief vervoer: trein, bus, touringcar, tram en metro. Om redenen van gegevensverzameling zijn motorfietsen in de wagencategorie inbegrepen. Het vervoer wordt gemeten in reizigerskilometer, verkregen door voor elke verplaatsing het aantal passagiers te vermenigvuldigen met het aantal afgelegde kilometer. De gegevens komen van de Europese Commissie – DG MOVE om een vergelijking met de EU27 mogelijk te maken. De indicator wordt voor België ook door het FPB berekend op basis van gegevens uit verscheidene bronnen (publicaties van de FOD Mobiliteit en Vervoer; FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie – Algemene Directie Statistiek; jaarverslagen van de NMBS, De Lijn, Tec en MIVB). Het verschil tussen de twee schattingen van die indicator is kleiner dan 1%.
Doelstelling: het modale aandeel van de wagen moet in 2030 67,6% bedragen.
De duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen of SDG’s die de Verenigde Naties in 2015 hebben aangenomen, bevatten subdoelstelling 9.1: "Ontwikkelen van kwalitatieve, betrouwbare, duurzame en veerkrachtige infrastructuur, met inbegrip van regionale en grensoverschrijdende infrastructuur, ter ondersteuning van de economische ontwikkeling en het menselijk welzijn, met klemtoon op een betaalbare en billijke toegang voor iedereen".
De Federale beleidsvisie op lange termijn inzake duurzame ontwikkeling vermeldt doelstelling 23: "Collectieve vervoerswijzen zullen primeren boven individuele vervoerswijzen" (Belgisch Staatsblad, 08/10/2013), wat opgevat kan worden als een daling van het modale aandeel van de individuele vervoersmiddelen tot minder dan 50%. Het modale aandeel van de individuele vervoersmiddelen bedraagt 80,5% in 2015 en een lineaire interpolatie tussen 2015 en 2050 geeft voor 2030 een doelstelling van 67.6%. Aangezien de beschikbare statistieken enkel de wagen (en de motor) opnemen in de individuele verplaatswijzen, heeft deze doelstelling enkel betrekking op deze wijze.
Evolutie: dit modale aandeel bleef stabiel tussen 82% en 83% in de jaren 1990 en daalde tussen 2000 en 2007 om daarna stabiel te blijven rond 79% vanaf 2008. Het modaal aandeel van de wagen steeg opnieuw vanaf 2012 om van 2016 tot 2019 tussen 80 en 81% te blijven. In 2020 en 2021 is dit modale aandeel gestegen tot 84,2% en 84,9%, waarschijnlijk als gevolg van de covid-19-pandemie. In 2021, bedroeg het modaal aandeel van het collectief vervoer 8,9% voor bus, touringcar, tram en metro (tussen 11% en 12% tussen 1990 en 2000) en 6,1% voor het spoor (ongeveer 6% tussen 1990 en 2000).
Internationale vergelijking: tussen 1995 en 2019 is het modale aandeel van de wagen in België licht gedaald, terwijl het in de EU27 licht stijgt. In 2020 en 2021 is dit modale aandeel zowel in België (84,9% in 2021) als in de EU-27 (85,2% in 2021) toegenomen. In een verdeling van de lidstaten in drie groepen behoort België in 2021 tot de best presterende groep. In dat jaar stond Oostenrijk met 75,7% op de eerste plaats en Litouwen met 94,7% op de laatste.
Opsplitsing volgens gewest: kan niet worden weergegeven omdat er momenteel geen vergelijkbare gegevens beschikbaar zijn.
VN-indicator: de gekozen indicator stemt overeen met indicator 9.1.2 - Aantal passagiers en hoeveelheid vervoerde goederen naar vervoerswijze.
Bronnen
Algemeen
SDG’s, duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals): United Nations (2015), Transforming our world: the 2030 Agenda for Sustainable Development. Resolution adopted by the General Assembly on 25 September 2015, document A/RES/70/1.
Indicatoren: United Nations (2017), Work of the Statistical Commission pertaining to the 2030 Agenda for Sustainable Development. Resolution adopted by the General Assembly on 6 July 2017, document A/RES/71/313.
UN Sustainable Development: https://sdgs.un.org/ (geraadpleegd op 18/01/2023).
Specifiek
2023 © cic@plan.be