Gediplomeerden van het hoger onderwijs (i24)

  •  30/11/2023
  • doelstelling 
  •  evaluatie 

In 2022 had 51,4 procent van de 25- tot 34-jarigen in België een diploma van het hoger onderwijs. Om de duurzame-ontwikkelingsdoelstelling te realiseren, moet dat cijfer in 2030 minstens 45 procent bedragen. Dat doel is bereikt.

The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.

Gediplomeerden van het hoger onderwijs - België - trendevaluatie

procent van 25-34-jarigen

 20002005201020152020202220252030
waarnemingen36.040.643.843.148.551.4----
trend en extrapolatie (november 2023)36.940.242.644.748.750.753.256.2
doelstelling 203045.045.045.045.045.045.045.045.0

breuk in tijdreeks: 2008, 2014, 2017, 2021

Statbel; Eurostat (2023), Tertiary educational attainment by sex, age group 25-34, edat_lfse_03, https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 03/10/2023) & berekeningen FPB.

Gediplomeerden van het hoger onderwijs - België en internationale vergelijking

procent van 25-34-jarigen

 1992200020022010201520172020202120222022//19922022//20172022//2002
België27.836.037.643.843.145.748.550.951.42.12.41.6
EU27----23.132.236.537.640.541.442.0--2.23.0
//: Gemiddelde groeivoeten

breuk in tijdreeks: BE in 1999, 2008, 2014, 2017, 2021; EU in 2014 en 2021

Statbel; Eurostat (2023), Tertiary educational attainment by sex, age group 25-34 [edat_lfse_03], https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 03/10/2023).

Gediplomeerden van het hoger onderwijs volgens gewest - België

procent van 25-34-jarigen

 200020052010201520172020202120222022//20002022//2017
Brussels Hoofdstedelijk Gewest43.047.746.448.351.855.956.758.11.42.3
Vlaams Gewest37.242.244.944.947.251.153.554.31.72.8
Waals Gewest31.335.040.537.740.440.443.442.91.41.2
//: Gemiddelde groeivoeten

De onzekerheidsmarge voor deze indicator is aangegeven in de tekst voor het laatste jaar. Breuk in tijdreeks: 2008, 2014, 2017, 2021

Statbel; Eurostat (2023), Tertiary educational attainment by NUTS 2 regions, age group 25-34, edat_lfse_04, https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 103/10/2023).

Gediplomeerden van het hoger onderwijs volgens geslacht - België

procent van 25-34-jarigen

 199220002010201520172020202120222022//19922022//2017
vrouwen29.838.949.449.251.456.257.858.62.32.7
mannen25.833.138.237.140.040.844.044.11.82.0
//: Gemiddelde groeivoeten

breuk in tijdreeks: 2008, 2014, 2017, 2021

Statbel; Eurostat (2023), Tertiary educational attainment by sex, age group 25-34, edat_lfse_03, https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 03/10/2023).

Definitie: aandeel van de bevolking tussen 25 en 34 jaar, met een diploma hoger onderwijs. Het scholingsniveau komt overeen met ISCED (International Standard Classification of Education) 2011 niveaus 5-8 voor gegevens vanaf 2014 en met ISCED 1997 niveaus 5-6 voor gegevens tot 2013. De gegevens komen van de Enquête naar de arbeidskrachten (EAK). Statistics Belgium organiseert in België deze binnen de EU geharmoniseerde enquête en stelt de resultaten ervan ter beschikking, onder meer aan Eurostat. De methodologie van deze enquête werd in 2017 herzien. Gegevens van 2017 met die van voorgaande jaren vergelijken, vergt de nodige voorzichtigheid. De hier gebruikte gegevens komen van Eurostat dat gedetailleerde en vergelijkbare data voor de EU-lidstaten publiceert. Omdat de gegevens op een enquête gebaseerd zijn, moet er rekening gehouden worden met een onzekerheidsmarge. Die onzekerheidsmarge wordt groter naarmate de indicator berekend wordt op kleinere subpopulaties. De betrouwbaarheidsintervallen (BI) zijn op verzoek verkrijgbaar bij Statistics Belgium.

Doelstelling: 45% van de 25-34-jarigen hebben een diploma hoger onderwijs.

De duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen of SDG’s die de Verenigde Naties in 2015 hebben aangenomen, bevatten subdoelstelling 4.3: "Tegen 2030 gelijke toegang garanderen voor alle vrouwen en mannen tot betaalbaar en kwaliteitsvol technisch, beroeps- en hoger onderwijs, met inbegrip van de universiteit".

De Raad van de Europese Unie (2021) heeft een cijferdoel aangenomen in de Resolutie over een strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding met het oog op de Europese Onderwijsruimte en verder (2021-2030) van 45% van de 25-34-jarigen die een diploma hoger onderwijs moeten hebben tegen 2030.

In het kader van de Europese pijler van de sociale rechten heeft België de doelstelling van 50,1% in tertiaire opleiding van de 30 tot 34-jarigen tegen 2030 vooropgesteld (European Commission, 2022; Federal Public Service Social Security, 2023). Deze doelstelling geldt voor een andere leeftijdscategorie en wordt niet gebruikt voor de evaluatie.

Evolutie: het aandeel 25-34-jarigen met een diploma hoger onderwijs nam aanzienlijk toe tussen 1992 en 2022: een stijging van meer dan 23,5 procentpunt, gaande van 27,8% tot 51,4%.

Internationale vergelijking: België heeft bij de 25-34-jarigen meer gediplomeerden van het hoger onderwijs (51,4%) dan het gemiddelde van de 27 EU-lidstaten (42%). Het verschil tussen het EU-gemiddelde en België neemt wel af: van 14,5 procentpunt in 2002 tot 9,4 procentpunt in 2022, hoewel het cijfer op zijn laagste was met 6,6% in 2015 en het sindsdien terug stijgt. Het aantal gediplomeerden van het hoger onderwijs neemt dus in een hoger tempo toe in de EU27 over de gehele periode. In een verdeling van de lidstaten in drie groepen behoort België in 2022 tot de best presterende groep en het scoort beter dan het Europese gemiddelde. In dat jaar stond Ierland met 62,3% op de eerste plaats en Roemenië met 24,7% op de laatste.

Opsplitsing volgens gewest: het aandeel 25-34-jarigen met een diploma hoger onderwijs in 2022 is 58,1% in Brussel (BI95% 54,9 –61,3), 54,3% in Vlaanderen (BI95% 52,2 – 56,3), 42,9% in Wallonië (BI95% 40,6 – 45,2) en 51,4% in België (BI95% 50,0 – 52,8). De vergelijking tussen gewesten en de analyse van de ontwikkeling van deze indicatoren in de tijd moet rekening houden met de omvang van de betrouwbaarheidsintervallen.

Opsplitsing volgens geslacht: verhoudingsgewijs zijn er meer vrouwen (58,6%) dan mannen (44,1%) met een diploma hoger onderwijs en het verschil wordt bovendien nog groter: 4 procentpunt in 1992 tegenover 14,5 procentpunt in 2022.

VN-indicator: de gekozen indicator stemt met geen enkele SDG-indicator overeen, maar sluit wel aan bij subdoelstelling 4.3, aangezien het aandeel mensen met een diploma hoger onderwijs de toegang tot betaalbaar en kwaliteitsvol onderwijs illustreert.

Deze indicator wordt gebruikt om de composiete indicator Menselijk kapitaal, gepubliceerd in het rapport Indicatoren van duurzame ontwikkeling, te berekenen.

Bronnen