Digitale vaardigheden (i27)

  •  29/11/2024
  • doelstelling 
  •  evaluatie 

In 2023 bedroeg het aandeel van 16-74-jarigen met minstens digitale basisvaardigheden in België 59,4 procent. Om de duurzame-ontwikkelingsdoelstelling tegen 2030 te realiseren, moet dat cijfer minstens 80 procent bedragen. De huidige tijdreeks bestaat uit slechts twee punten en het is daarom onmogelijk de evolutie van aandeel van de 16-74-jarigen met minstens digitale basisvaardigheden te evalueren.

The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.

Digitale vaardigheden: ten minste basis - België - trendevaluatie

procent van 16-74-jarigen

 200020052010201520202021202320252030
waarnemingen----------54.259.4----
doelstelling 203080.080.080.080.080.080.080.080.080.0

Statbel (2023), Enquête ICT- en internetgebruik bij huishoudens en particulieren, https://statbel.fgov.be/ (geraadpleegd op 30/09/2024).

Digitale vaardigheden: ten minste basis - België en internationale vergelijking

procent van 16-74-jarigen

 2015201620172018201920202021202220232023//20212019//2015
België------------54.2--59.44.6--
EU27------------53.9--55.61.5--
België, oude definitie60.360.960.6--60.8----------0.2
EU27, oude definitie53.754.355.3--56.1----------1.1
//: Gemiddelde groeivoeten

Statbel (2023), Enquête ICT- en internetgebruik bij huishoudens en particulieren, https://statbel.fgov.be/ (geraadpleegd op 30/09/2024); Eurostat (2024), Individuals' level of digital skills (from 2021 onwards) [online data code: isoc_sk_dskl_i21], https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 30/09/2024) et Eurostat (2024), Individuals' level of digital skills (until 2019) [online data code: isoc_sk_dskl_i], https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 30/09/2024).

Digitale vaardigheden: ten minste basis, volgens gewest - België

procent van 16-74-jarigen

 2015201620172018201920202021202220232023//20212019//2015
Brussels Hoofdstedelijk Gewest------------61.7--65.02.6--
Vlaams Gewest------------54.5--61.05.8--
Waals Gewest------------51.3--54.63.2--
Brussels Hoofdstedelijk Gewest, oude definitie63.664.961.0--61.2-----------1.0
Vlaams Gewest, oude definitie62.663.764.7--62.6----------0.0
Waals Gewest, oude definitie55.154.552.9--57.6----------1.1
//: Gemiddelde groeivoeten

Statbel (2023), Enquête ICT- en internetgebruik bij huishoudens en particulieren, https://statbel.fgov.be/ (geraadpleegd op 30/09/2024).

Digitale vaardigheden: ten minste basis, volgens geslacht - België

procent van 16-74-jarigen

 2015201620172018201920202021202220232023//20212019//2015
vrouwen------------51.6--58.16.1--
mannen------------56.9--60.73.3--
vrouwen, oude definitie58.357.759.2--58.3----------0.0
mannen, oude definitie62.364.161.9--63.4----------0.4
//: Gemiddelde groeivoeten

Statbel (2023), Enquête ICT- en internetgebruik bij huishoudens en particulieren, https://statbel.fgov.be/ (geraadpleegd op 30/09/2024).

Digitale vaardigheden: ten minste basis, volgens leeftijd - België

procent van leeftijdsgroep

 2015201620172018201920202021202220232023//20212019//2015
16-24------------67.1--68.00.7--
25-34------------74.2--72.3-1.3--
35-44------------63.2--68.64.2--
45-54------------51.7--58.05.9--
55-64------------38.1--48.913.3--
65-74------------28.9--39.116.2--
16-24, oude definitie82.078.678.8--79.3-----------0.8
25-34, oude definitie76.978.177.5--73.0-----------1.3
35-44, oude definitie68.072.369.3--70.2----------0.8
45-54, oude definitie56.556.357.9--61.4----------2.1
55-64, oude definitie44.443.945.8--45.2----------0.4
65-74, oude definitie28.231.729.9--33.9----------4.7
//: Gemiddelde groeivoeten

Statbel (2023), Enquête ICT- en internetgebruik bij huishoudens en particulieren, https://statbel.fgov.be/ (geraadpleegd op 30/09/2024).

Digitale vaardigheden: ten minste basis, volgens opleiding - België

procent van 16-74-jarigen

 2015201620172018201920202021202220232023//20212019//2015
hoogstens lager secundair------------26.3--32.310.9--
hoger secundair------------49.0--53.94.8--
hoger------------77.5--80.82.2--
hoogstens lager secundair, oude definitie34.436.134.3--35.0----------0.4
hoger secundair, oude definitie60.959.159.5--58.0-----------1.2
hoger, oude definitie85.787.486.5--85.5----------0.0
//: Gemiddelde groeivoeten

Statbel (2023), Enquête ICT- en internetgebruik bij huishoudens en particulieren, https://statbel.fgov.be/ (geraadpleegd op 30/09/2024).

Digitale vaardigheden: ten minste basis, volgens inkomen - België

procent van 16-74-jarigen

 202120232023//2021
kwintiel 131.941.413.9
kwintiel 242.249.38.1
kwintiel 351.256.24.7
kwintiel 466.166.30.2
kwintiel 578.575.1-2.2
//: Gemiddelde groeivoeten

Statbel (2023), Enquête ICT- en internetgebruik bij huishoudens en particulieren, https://statbel.fgov.be/ (geraadpleegd op 30/09/2024).

Definitie: aandeel van de 16-74-jarigen met minstens digitale basisvaardigheden. Het totale niveau van digitale vaardigheden is een composiete indicator. Het wordt als ‘basisvaardigheden’ beschouwd als volgende vaardigheden van een persoon op het gebied van (i) informatie- en gegevensinzicht, (ii) communicatie en samenwerking, (iii) het creëren van digitale inhoud, (iv) beveiliging en (v) probleemoplossing allen zijn geëvalueerd als minstens van een ‘basisniveau’.

De gegevens zijn afkomstig van de enquête ICT (Information and communication technology)- en internetgebruik bij huishoudens en particulieren. Statistics Belgium organiseert deze binnen de EU geharmoniseerde enquête in België en stelt de resultaten ervan ter beschikking, onder meer aan Eurostat. De hier gebruikte gegevens voor België komen rechtstreeks van Statbel en de gegevens voor de vergelijking met de EU komen van Eurostat. Omdat de gegevens op enquêtes gebaseerd zijn, moet er rekening gehouden worden met een onzekerheidsmarge. De betrouwbaarheidsintervallen zijn op verzoek verkrijgbaar bij Statbel.

Aangezien de methodologie van deze enquête in 2021 is herzien, kunnen gegevens uit de periode 2015-2019 niet worden vergeleken met de nieuwe tijdreeks die in 2021 begint.

Doelstelling: het aandeel van de 16-74-jarigen met minstens digitale basisvaardigheden moet 80% bedragen in 2030.

De duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen of SDG's die de Verenigde Naties in 2015 hebben aangenomen, bevatten subdoelstelling 4.4: “Tegen 2030 het aantal jongeren en volwassenen met relevante vaardigheden, met inbegrip van technische en beroepsvaardigheden, voor tewerkstelling, degelijke jobs en ondernemerschap aanzienlijk opdrijven”.

Volgens het streefcijfer van het EU-programma ‘Traject naar het digitale decennium’ moet 80% van de 16-74-jarigen minstens over digitale basisvaardigheden beschikken tegen 2030 (European Commission, 2023a).

Met betrekking tot dit streefcijfer stelt de Europese vaardighedenagenda als tussentijds streefcijfer dat 70% van de 16-74-jarigen minstens over digitale basisvaardigheden moet beschikken tegen 2025 (European Commission, 2023b).

Evolutie: volgens deze enquêtes is het aandeel van de 16-74-jarigen met minstens digitale basisvaardigheden tussen 2015 en 2019 gestegen.

De indicator volgens de oude definitie is gestegen van 60,3% in 2015 tot 60,8% in 2019. De indicator bedraagt 54,2% in 2021 en 59,4% in 2023, maar omdat dit een nieuwe tijdreeks is, kan er nog geen evolutie worden vastgesteld.

Internationale vergelijking: het aandeel van de 16-74-jarigen met minstens digitale basisvaardigheden is hoger in België dan in de EU-27 tijdens de hele beschouwde periode. In 2023 bedraagt het aandeel van de EU-27-bevolking tussen 16 en 74 jaar met minstens digitale basisvaardigheden 55,6%, wat 3,8% procentpunt lager is dan in België.

De verbetering van de digitale vaardigheden tussen 2015 en 2019 in België geldt ook voor de EU-27. In deze periode steeg het aandeel van de 16-74-jarigen met minstens digitale basisvaardigheden van 53,7% naar 56,1% in de EU-27.

In een verdeling van de lidstaten in drie groepen behoort België in 2023 tot de middelmatig presterende groep en het scoort beter dan het Europese gemiddelde. Dat jaar stond Nederland op de eerste plaats met 82,7% en Roemenië op de laatste plaats met 27,7%.

Opsplitsing volgens gewest: het aandeel van de 16-74-jarigen met minstens digitale basisvaardigheden in 2023 bedraagt 65,0% in Brussel (BI95% 61,5 – 68,6), 61,0% in Vlaanderen (BI95% 59,2 – 62,7), 54,6% in Wallonië (BI95% 52,0 – 57,2) en 59,4% in België (BI95% 58,1 – 60,7). De vergelijking tussen gewesten en de analyse van de ontwikkeling van deze indicatoren in de tijd moet rekening houden met de omvang van de betrouwbaarheidsintervallen.

Opsplitsing volgens geslacht: in 2023 ligt het aandeel van de 16-74-jarigen met minstens digitale basisvaardigheden lager voor vrouwen (58,1%) dan voor mannen (60,7%).

Opsplitsing volgens inkomen: in 2023 hebben personen met de laagste inkomens vaak slechtere digitale vaardigheden. Slechts 41,4% van de bevolking in het eerste inkomenskwintiel hebben minstens digitale basisvaardigheden. Dit percentage bedraagt 49,3% voor personen in het tweede kwintiel, 56,2% voor personen in het derde kwintiel, 66,1% voor personen in het vierde kwintiel en 75,1% voor personen in het vijfde kwintiel.

Opsplitsing volgens leeftijd: in 2023 hebben jongere individuen (44 jaar of jonger) betere digitale vaardigheden dan ouderen. De bevolkingscategorie waarvoor het aandeel van de bevolking met minstens digitale basisvaardigheden het hoogst is, is de leeftijdsgroep 25-34 jaar, met 72,3%. Ze worden gevolgd door de 35-44-jarigen met 68,6% en de 16-24-jarigen met 68,0%. Het aandeel van de 45-54-jarigen met minstens digitale basisvaardigheden bedraagt 58,0% en dat van de 55-64-jarigen 48,9%. Ten slotte komen de 65-74-jarigen op de laatste plaats met 39,1%.

Opsplitsing volgens opleiding: in 2023 beschikt 80,8% van de bevolking met een hoog opleidingsniveau minstens over digitale basisvaardigheden. Dit percentage bedraagt 53,8% voor degenen met een gemiddeld opleidingsniveau en 32,3% voor degenen met een laag opleidingsniveau.

Het opleidingsniveau wordt als hoog beschouwd als de persoon een diploma hoger onderwijs heeft, als gemiddeld als hij een diploma hoger secundair onderwijs heeft maar geen diploma hoger onderwijs, en als laag als hij hoogstens een diploma lager secundair onderwijs heeft.

VN-indicator: de gekozen indicator komt overeen met indicator 4.4.1 - percentage jongeren en volwassenen met ICT-vaardigheden, per type vaardigheid.

Bronnen