In 2018 oordeelde 43,9 procent van de bevolking van 15 jaar en ouder in België dat over het algemeen de meeste mensen te vertrouwen zijn. Om de duurzame-ontwikkelingsdoelstelling tegen 2030 te realiseren, mag het gegeneraliseerd vertrouwen niet dalen. De trend is gunstig tussen 2002 en 2018 (evaluatie van april 2023).
Gegeneraliseerd vertrouwen - België en internationale vergelijking
score van minstens 6 op schaal 0-10
procent van 15-jarigen en ouder
2002 | 2010 | 2012 | 2014 | 2016 | 2018 | 2018//2002 | 2018//2012 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
België | 37.7 | 41.0 | 45.5 | 39.5 | 46.8 | 43.9 | 1.0 | -0.6 |
Duitsland | 33.1 | 34.6 | 40.5 | 39.4 | 46.0 | 47.8 | 2.3 | 2.8 |
Frankrijk | 26.1 | 25.4 | 28.7 | 30.0 | 29.1 | 29.8 | 0.8 | 0.6 |
Nederland | 58.3 | 66.9 | 66.1 | 63.0 | 67.2 | 65.6 | 0.7 | -0.1 |
//: Gemiddelde groeivoeten |
ESS (2020), Dataset European Social Survey, http://www.europeansocialsurvey.org/ (geraadpleegd op 29/09/2020); berekeningen FPB.
Gegeneraliseerd vertrouwen volgens geslacht - België
score van minstens 6 op schaal 0-10
procent van 15-jarigen en ouder
2002 | 2010 | 2012 | 2014 | 2016 | 2018 | 2018//2002 | 2018//2012 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
vrouwen | 37.0 | 37.8 | 42.1 | 37.0 | 45.5 | 42.5 | 0.9 | 0.2 |
mannen | 38.9 | 44.3 | 49.1 | 42.2 | 48.2 | 45.4 | 1.0 | -1.3 |
//: Gemiddelde groeivoeten |
ESS (2020), Dataset European Social Survey, http://www.europeansocialsurvey.org/ (geraadpleegd op 29/09/2020); berekeningen FPB.
Gegeneraliseerd vertrouwen volgens inkomen - België
score van minstens 6 op schaal 0-10
procent van 15-jarigen en ouder
2010 | 2012 | 2014 | 2016 | 2018 | 2018//2012 | |
---|---|---|---|---|---|---|
kwintiel 1 | 38.6 | 38.1 | 27.0 | 37.9 | 42.2 | 1.7 |
kwintiel 2 | 34.0 | 37.1 | 31.3 | 43.7 | 38.1 | 0.5 |
kwintiel 3 | 38.8 | 43.3 | 35.7 | 41.8 | 41.2 | -0.8 |
kwintiel 4 | 44.5 | 53.3 | 46.8 | 53.4 | 47.0 | -2.1 |
kwintiel 5 | 55.8 | 58.4 | 55.5 | 58.2 | 57.5 | -0.3 |
//: Gemiddelde groeivoeten |
ESS (2020), Dataset European Social Survey, http://www.europeansocialsurvey.org/ (geraadpleegd op 29/09/2020); berekeningen FPB.
Definitie: het gegeneraliseerd vertrouwen is het aandeel respondenten van de European Social Survey (ESS) dat minstens 6 op 10 antwoordde op de volgende vraag: "Denkt u, over het algemeen, dat de meeste mensen te vertrouwen zijn, of dat u niet voorzichtig genoeg kunt zijn in de omgang met mensen?". De geïnterviewden kunnen antwoorden op een schaal van nul ("je kunt niet voorzichtig genoeg zijn") tot tien ("de meeste mensen zijn te vertrouwen"). Die vraag kwam telkens aan bod in de negen tweejaarlijkse enquêtes van de ESS. Het FPB berekent de indicator met de gegevens van de ESS. Omdat de gegevens op een enquête gebaseerd zijn, moet er rekening gehouden worden met een onzekerheidsmarge. De betrouwbaarheidsintervallen (BI) die met deze gegevens overeenkomen, zijn op verzoek verkrijgbaar.
Doelstelling: het gegeneraliseerd vertrouwen mag niet dalen.
De duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen of SDG’s die de Verenigde Naties in 2015 hebben aangenomen, bevatten doel 16: "Bevorder vreedzame en inclusieve samenlevingen met het oog op duurzame ontwikkeling, verzeker toegang tot justitie voor iedereen en bouw op alle niveaus doeltreffende, verantwoordelijke en inclusieve instellingen uit".
Evolutie: volgens de ESS steeg het gegeneraliseerd vertrouwen in België van 37,7% in 2002 tot 43,9% in 2018; dat is met een gemiddelde jaarlijkse groeivoet van 1,0%.
Internationale vergelijking: in België (43,9%) ligt het gegeneraliseerd vertrouwen duidelijk lager dan in Nederland (65,6%), hoger dan in Frankrijk (27,8%) en ongeveer even hoog als in Duitsland (49,8%). De niveaus van de indicator in de verschillende landen blijven redelijk stabiel over de hele periode. De subjectieve aard van deze indicator maakt dat de vergelijking tussen landen met voorzichtigheid geïnterpreteerd moet worden.
Opsplitsing volgens gewest: kan niet worden weergegeven omdat er momenteel geen vergelijkbare gegevens beschikbaar zijn.
Opsplitsing volgens geslacht: voor alle negen edities van de ESS was het gegeneraliseerd vertrouwen van mannen hoger dan dat van vrouwen. Dat verschil was het kleinst in 2002 (1,9 procentpunt) en het grootst in 2012 (7,0 procentpunt). In 2018 bereikt het gegeneraliseerd vertrouwen 42,5% bij de vrouwen en 45,4% bij de mannen.
Opsplitsing volgens inkomen: er is een verband tussen het inkomen en het gegeneraliseerd vertrouwen. Die indicator stijgt met een hoger inkomenskwintiel: in 2018 verklaren 42,2% van de personen in het laagste en 57,5% in het hoogste inkomenskwintiel dat over het algemeen de meeste mensen te vertrouwen zijn, terwijl het gemiddelde 43,9% bedroeg.
VN-indicator: de gekozen indicator stemt met geen enkele SDG-indicator overeen, maar sluit wel aan bij doel 16. Vertrouwen is een fundamenteel element van sociaal kapitaal, belangrijk voor vreedzame samenlevingen (Ortiz-Ospina en Roser, 2018).
Deze indicator wordt gebruikt om de composiete indicator Sociaal kapitaal, gepubliceerd in het rapport Indicatoren van duurzame ontwikkeling, te berekenen.
Bronnen
Algemeen
SDG’s, duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals): United Nations (2015), Transforming our world: the 2030 Agenda for Sustainable Development. Resolution adopted by the General Assembly on 25 September 2015, document A/RES/70/1.
Indicatoren: United Nations (2017), Work of the Statistical Commission pertaining to the 2030 Agenda for Sustainable Development. Resolution adopted by the General Assembly on 6 July 2017, document A/RES/71/313.
UN Sustainable Development: https://sdgs.un.org/ (geraadpleegd op 18/01/2023).
Specifiek
2023 © cic@plan.be