In 2021 bedroeg de langdurige arbeidsongeschiktheid in België 10,9 procent. Om de duurzame-ontwikkelingsdoelstelling tegen 2030 te realiseren, moet dat cijfer dalen. De trend is ongunstig tussen 2005 en 2021 (evaluatie van november 2023).
Langdurige arbeidsongeschiktheid - België
procent van werkgelegenheid, werklozen inbegrepen
2005 | 2010 | 2015 | 2016 | 2020 | 2021 | 2021//2005 | 2021//2016 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
België | 5.4 | 6.4 | 8.5 | 9.0 | 10.7 | 11.0 | 4.5 | 4.1 |
//: Gemiddelde groeivoeten |
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (2022), rechtstreekse mededeling (14/12/2022), Instituut voor de Nationale Rekeningen en Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (2022), rechtstreekse mededeling (31/05/2022); berekeningen FPB.
Langdurige arbeidsongeschiktheid volgens gewest - België
procent van werkgelegenheid, werklozen inbegrepen
2005 | 2010 | 2015 | 2016 | 2020 | 2021 | 2021//2005 | 2021//2016 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Brussels Hoofdstedelijk Gewest | 5.8 | 5.8 | 7.3 | 7.4 | 8.9 | 9.3 | 2.9 | 4.5 |
Vlaams Gewest | 4.8 | 5.8 | 7.5 | 7.8 | 9.1 | 9.3 | 4.2 | 3.6 |
Waals Gewest | 6.2 | 7.8 | 10.9 | 11.3 | 14.0 | 14.2 | 5.3 | 4.7 |
//: Gemiddelde groeivoeten |
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (2022), rechtstreekse mededeling (14/12/2022), Instituut voor de Nationale Rekeningen en Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (2022), rechtstreekse mededeling (31/05/2022); berekeningen FPB.
Langdurige arbeidsongeschiktheid volgens geslacht - België
procent van werkgelegenheid, werklozen inbegrepen
2005 | 2010 | 2015 | 2016 | 2020 | 2021 | 2021//2005 | 2021//2016 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
vrouwen | 5.9 | 7.7 | 10.9 | 11.5 | 14.3 | 14.7 | 5.9 | 5.1 |
mannen | 5.1 | 5.5 | 6.8 | 7.0 | 8.0 | 8.0 | 2.9 | 2.7 |
//: Gemiddelde groeivoeten |
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (2022), rechtstreekse mededeling (14/12/2022), Instituut voor de Nationale Rekeningen en Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (2022), rechtstreekse mededeling (31/05/2022); berekeningen FPB.
Langdurige arbeidsongeschiktheid volgens leeftijd - België
procent van werkgelegenheid, werklozen inbegrepen
2005 | 2010 | 2015 | 2016 | 2020 | 2021 | 2021//2005 | 2021//2016 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
<25 | 0.2 | 0.3 | 0.4 | 0.4 | 0.4 | 0.3 | 2.3 | -4.1 |
25-49 | 3.4 | 4.0 | 5.4 | 5.6 | 6.4 | 6.5 | 4.2 | 2.8 |
50-64 | 13.4 | 14.3 | 17.5 | 18.3 | 22.1 | 22.8 | 3.4 | 4.4 |
>64 | 1.1 | 1.7 | 1.7 | 1.7 | 1.6 | 1.6 | 2.5 | -1.5 |
//: Gemiddelde groeivoeten |
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (2022), rechtstreekse mededeling (14/12/2022), Instituut voor de Nationale Rekeningen en Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (2022), rechtstreekse mededeling (31/05/2022); berekeningen FPB.
Langdurige arbeidsongeschiktheid volgens ziekte - België
procent van totaal
2005 | 2010 | 2015 | 2016 | 2020 | 2021 | 2021//2005 | 2021//2016 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
psychisch | 31.6 | 33.2 | 34.5 | 34.6 | 36.1 | 36.4 | 0.9 | 1.1 |
bot-spierstelsel en bindweefsel | 25.5 | 27.1 | 30.3 | 30.3 | 31.8 | 31.7 | 1.4 | 0.9 |
zenuwstelsel | 6.2 | 6.0 | 5.9 | 6.1 | 5.6 | 5.6 | -0.7 | -1.7 |
gezwellen | 6.1 | 6.5 | 6.2 | 5.9 | 5.5 | 5.4 | -0.7 | -1.7 |
hart en vaatstelsel | 9.8 | 8.0 | 6.3 | 5.9 | 5.1 | 4.9 | -4.3 | -3.6 |
andere | 20.8 | 19.2 | 16.8 | 17.3 | 15.9 | 16.0 | -1.6 | -1.6 |
//: Gemiddelde groeivoeten |
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (2022), rechtstreekse mededeling (14/12/2022); berekeningen FPB.
Definitie: het aandeel van de personen (16 jaar of ouder) met een arbeidsongeschiktheid van meer dan een jaar in de totale werkgelegenheid (werknemers en zelfstandigen) in de particuliere sector in België. Werklozen die toegang hebben tot deze status worden ook in de berekening opgenomen. De indicator wordt door het FPB berekend op basis van gegevens van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV), het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ).
Doelstelling: het aandeel personen met een langdurige arbeidsongeschiktheid moet dalen.
De duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen of SDG’s die de Verenigde Naties in 2015 hebben aangenomen, bevatten doel 8: "Bevorder aanhoudende, inclusieve en duurzame economische groei, volledige en productieve tewerkstelling en waardig werk voor iedereen".
De Federale beleidsvisie op lange termijn inzake duurzame ontwikkeling bevat doelstelling 11: "De arbeidsomstandigheden zullen gedurende de hele loopbaan aangepast worden om ervoor te zorgen dat de levenskwaliteit verbetert en dat men langer kan werken" (Belgisch Staatsblad, 08/10/2013). Het is dus noodzakelijk om de evolutie te kennen van het aandeel van de bevolking dat mogelijk moet kunnen genieten van aangepaste werkomstandigheden.
Evolutie: in de periode 2005-2021 stijgt het aandeel personen met een langdurige arbeidsongeschiktheid van 5,4% naar 10,9%. In 2021 zijn er in België 485.435 gevallen van langdurige arbeidsongeschiktheid.
Internationale vergelijking: er zijn geen vergelijkbare gegevens op Europees niveau.
Opsplitsing volgens gewest: het aandeel personen met een langdurige arbeidsongeschiktheid in 2021 bedraagt 9,3% in Brussel, 9,3% in Vlaanderen en 14,2% in Wallonië. Voor België is dit cijfer 10,9%.
Opsplitsing volgens geslacht: het aandeel vrouwen met een langdurige arbeidsongeschiktheid ligt hoger dan dat van mannen: in 2021 14,7% tegenover 8,0%. Dat verschil neemt toe, van 0,8 procentpunt in 2005 tot 6,7 procentpunt in 2021.
Opsplitsing volgens leeftijd: het aandeel personen met een langdurige arbeidsongeschiktheid bedraagt 6,5% voor de 25-49-jarigen, tegenover 22,8% voor de 50-64-jarigen in 2021. Voor de vier leeftijdscategorieën stijgt dat aandeel tussen 2005 en 2021. De stijging is groter voor de 25-49-jarigen en de 50-64-jarigen, namelijk zij die het grootste deel van de beroepsbevolking in België vormen.
Opsplitsing volgens de oorzaak van de ongeschiktheid: het aandeel van personen met langdurige arbeidsongeschiktheid als gevolg van Psychische stoornissen en gedragsstoornissen is het grootste en is het aandeel dat het meeste toeneemt: van 28,8% van de oorzaken van ongeschiktheid in 2005 tot 36,4% in 2021. De evolutie van de tweede grootste oorzaak van ongeschiktheid, Ziekten van bot-spierstelsel en bindweefsel, neemt toe van 25,3% in 2005 tot 31,7% in 2021. De Ziekten van hart en vaatstelsel dalen in de beschouwde periode, van 9,8% tot 4,9%. Het aandeel van de ongeschiktheid veroorzaakt door Nieuwvormingen (gezwellen) en Ziekten van het zenuwstelsel is vrij stabiel en bedraagt ongeveer 6% van het totaal voor elk van hen.
VN-indicator: de gekozen indicator stemt met geen enkele SDG-indicator overeen, maar sluit wel aan bij doel 8, aangezien hij informeert over de capaciteit van de bevolking om actief te zijn op de arbeidsmarkt.
Deze indicator wordt gebruikt om de composiete indicator van het welzijn hier en nu, gepubliceerd in het rapport Indicatoren van duurzame ontwikkeling, te berekenen.
Bronnen
Algemeen
SDG’s, duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals): United Nations (2015), Transforming our world: the 2030 Agenda for Sustainable Development. Resolution adopted by the General Assembly on 25 September 2015, document A/RES/70/1.
Indicatoren: United Nations (2017), Work of the Statistical Commission pertaining to the 2030 Agenda for Sustainable Development. Resolution adopted by the General Assembly on 6 July 2017, document A/RES/71/313.
UN Sustainable Development: https://sdgs.un.org/ (geraadpleegd op 18/01/2023).
Specifiek
2023 © cic@plan.be