Loonkloof tussen vrouwen en mannen (i29)

In 2022 lag het gemiddelde uurloon van vrouwen in België 5 procent lager dan dat van mannen. Om de duurzame-ontwikkelingsdoelstelling tegen 2030 te realiseren, moet dat cijfer dalen naar nul procent. Dat doel wordt niet bereikt met een voortzetting van de trend sinds 2006 (gegevens beschikbaar in november 2024). De loonkloof tussen vrouwen en mannen evolueert dus ongunstig.

The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.

Loonkloof tussen vrouwen en mannen - België - trendevaluatie

uurlonen, procentueel verschil

 20002006201020152020202220252030
waarnemingen--9.510.26.45.35.0----
trend en extrapolatie (november 2024)--10.89.06.85.34.84.33.8
doelstelling 20300.00.00.00.00.00.00.00.0

Statbel; Eurostat (2024), Gender pay gap in unadjusted form, sdg_05_20, https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 08/10/2024) & berekeningen FPB.

Loonkloof tussen vrouwen en mannen in gemiddelde uurlonen - België en internationale vergelijking

procentueel verschil

 2006201020152017202020222022//20062022//20172022//2010
België9.510.26.45.85.35.0-3.9-2.9-5.8
EU27--15.815.514.612.912.7---2.7-1.8
//: Gemiddelde groeivoeten

Voorlopige data voor 2019, 2020, 2021 en 2022

Statbel; Eurostat (2024), Gender pay gap in unadjusted form, sdg_05_20, https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 08/10/2024).

Loonkloof tussen vrouwen en mannen in jaarlonen / ongecorrigeerd voor arbeidsduur - België

procentueel verschil

 199820002005201020142015202020222014//19982022//2014
in jaarlonen27.426.425.022.820.6-------1.8--
ongecorrigeerd voor arbeidsduur--------24.324.021.619.9---2.5
//: Gemiddelde groeivoeten

Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (2024), De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België - Rapporten 2007-2024, https://igvm-iefh.belgium.be/nl/publicaties/de_loonkloof_tussen_vrouwen_en_mannen_in_belgie_rapport_2024 (geraadpleegd op 08/10/2024).

Definitie: de loonkloof is het verschil tussen de gemiddelde uurlonen van vrouwen en van mannen, uitgedrukt in procent van het gemiddelde uurloon van mannen. De hier gebruikte gegevens zijn gebaseerd op de Europese loonenquête. Statistics Belgium organiseert in België deze binnen de EU geharmoniseerde enquête en stelt de resultaten ervan ter beschikking, onder meer aan Eurostat. De hier gebruikte gegevens komen van Eurostat dat gedetailleerde en vergelijkbare data voor de EU-lidstaten publiceert. Omdat de gegevens op een enquête gebaseerd zijn, moet er rekening gehouden worden met een onzekerheidsmarge. De betrouwbaarheidsintervallen zijn op verzoek verkrijgbaar bij Statistics Belgium.

Doelstelling: de kloof tussen de gemiddelde uurlonen van vrouwen en van mannen moet dalen naar nul procent.

De duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen of SDG’s die de Verenigde Naties in 2015 hebben aangenomen, bevatten subdoelstelling 5.1: "Een einde maken aan alle vormen van discriminatie jegens vrouwen en meisjes, overal".

In het kader van de Europese pijler van de sociale rechten heeft België de doelstelling van 2,9% in loonkloof tegen 2030 vooropgesteld (European Commission, 2022; Federal Public Service Social Security, 2023).

Evolutie: het verschil tussen de uurlonen van vrouwen en mannen is duidelijk gedaald sinds 2010, van 10,2% in 2010 tot 5% in 2022.

De indicator die het verschil in bruto-uurlonen meet, moet vergeleken worden met de indicator die het verschil in jaarlonen tussen mannen en vrouwen meet. Ook de jaarlonen van vrouwen liggen gemiddeld lager dan die van mannen. Dat verschil is minder groot voor het uurloon dan voor het jaarloon, wat verklaard kan worden door het groter aandeel vrouwen dat deeltijds werkt en voor wie een equivalent uurloon geen equivalent inkomen oplevert op jaarbasis. "Het is belangrijk om beide cijfers weer te geven, omdat de ongelijke verdeling in arbeidsduur niet genderneutraal is. Het feit dat vrouwen vaker deeltijds werken dan mannen maakt juist een groot deel uit van de ongelijkheid op de arbeidsmarkt. Het hangt samen met de ongelijke verdeling van zorgtaken, maar ook met stereotiepe verwachtingen op de arbeidsmarkt zelf en met de segregatie: heel wat beroepen waarin veel vrouwen tewerkgesteld zijn, zijn georganiseerd in de richting van deeltijds werk, zoals bijvoorbeeld de distributie, of de schoonmaak" (IGVM, 2014).

Het verschil in jaarlonen tussen mannen en vrouwen daalde tussen 1998 en 2014 met 6,8 procentpunt van 27,4% tot 20,6%. Sinds 2014 gebruikt het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, dat deze indicator berekent, een nieuwe, nauwkeurigere berekeningsmethode (IGVM, 2019). In deze periode tonen de nieuwe gegevens een daling voor de loonkloof van 24,3% in 2014 tot 19,9% in 2022.

Internationale vergelijking: het verschil in uurlonen ligt in België onder de gemiddelde Europese loonkloof (EU27: 12,7% in 2022). Het verschil steeg van 5,6 procentpunt in 2010 tot 9,1 procentpunt in 2014. Sindsdien is er terug een lichte daling tot 7,7 procentpunt in 2022. In een verdeling van de lidstaten in drie groepen behoort België in 2022 tot de best presterende groep. In dat jaar stond Luxemburg met -0,7% op de eerste plaats en Estland met 21,3% op de laatste.

Opsplitsing volgens gewest: kan niet worden weergegeven omdat er momenteel geen vergelijkbare gegevens beschikbaar zijn.

VN-indicator: de gekozen indicator stemt met geen enkele SDG-indicator overeen, maar sluit wel aan bij subdoelstelling 5.1. Het meten van de evoluties van de indicatoren over inkomensgelijkheid laat inderdaad toe om de vermindering van de discriminatie van vrouwen op te volgen.

Bronnen