Slachtoffers van natuurrampen (i61)

In 2022 waren er in België 3,73 slachtoffers van natuurrampen per 100.000 personen. Om de duurzame-ontwikkelingsdoelstelling tegen 2030 te realiseren, moet het gemiddelde tijdens de periode 2020-2030 lager liggen dan 1,97. Door het zeer hoge aantal slachtoffers in 2021, namelijk 880 per 100.000 personen, is het onmogelijk om die doelstelling nog te bereiken. Het evaluatieresultaat is dus ongunstig.

The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.

Slachtoffers van natuurrampen - België - trendevaluatie

aantal per 100.000 inwoners

 200020052010201520202021202220252030
waarnemingen0.002.026.373.6414.62880.263.73----
doelstelling: maximum gemiddelde 2020-2030 (gegevens 04/09/2023)1.971.971.971.971.971.971.971.971.97

EM-DAT, CRED / UCLouvain, 2023, Brussels, Belgium, www.emdat.be en https://doc.emdat.be/docs/introduction/(geraadpleegd op 04/09/2023); Eurostat (2023), Population on 1 july [demo_gind], https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 05/09/2023).

Slachtoffers van natuurrampen - België en internationale vergelijking

aantal per 100.000 inwoners

 19902000200520102015202020212022
België0.160.002.026.373.6414.62880.263.73
EU271 433.6729.0618.52140.772.1856.8734.0642.23

EM-DAT, CRED / UCLouvain, 2023, Brussels, Belgium, www.emdat.be en https://doc.emdat.be/docs/introduction/(geraadpleegd op 04/09/2023); Eurostat (2023), Population on 1 july [demo_gind], https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 05/09/2023).

Slachtoffers van natuurrampen volgens categorie - België

aantal per 100.000 inwoners

 19902000200520102015202020212022
dodelijk0.160.000.020.043.6414.620.343.73
niet-dodelijk0.000.002.006.330.000.00879.930.00

EM-DAT, CRED / UCLouvain, 2023, Brussels, Belgium, www.emdat.be en https://doc.emdat.be/docs/introduction/(geraadpleegd op 04/09/2023); Eurostat (2023), Population on 1 july [demo_gind], https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 05/09/2023).

Definitie: slachtoffers van natuurrampen kunnen worden onderverdeeld in volgende categorieën.

  • Dodelijke slachtoffers.

    • Doden: personen die zijn omgekomen tijdens de ramp.

    • Vermisten: personen van wie de verblijfplaats sinds de ramp onbekend is en die op basis van officiële cijfers vermoedelijk overleden zijn.
  • Niet-dodelijke slachtoffers.

    • Daklozen: personen van wie de woning door de ramp vernield of zwaar beschadigd is en die daarom onderdak nodig hebben.

    • Gewonden: personen met lichamelijk letsel, trauma of een ziekte die onmiddellijk medische hulp nodig hebben als direct gevolg van de ramp.

    • Getroffen personen: personen die onmiddellijk hulp nodig hebben ten gevolge van de ramp.

De indicator is uitgedrukt per 100.000 inwoners. Het Federaal Planbureau berekent de indicator voor België en de EU27 op basis van gegevens van EM-DAT – the International Disaster Database en bevolkingsgegevens van Eurostat. Deze laatste komen overeen met gegevens per 1 juli van elk jaar.

Het Centre for Research on the Epidemiology of Disasters (CRED) aan de UCLouvain beheert de EM-DAT-gegevens. De definitie van een ramp in EM-DAT houdt rekening met onbedoelde gevaren die een aanzienlijke en onvoorziene impact hebben op een gemeenschap (EM-DAT, 2023). Voor beheers- en operationele doeleinden heeft EM-DAT een reeks invoercriteria die verduidelijken wat een substantiële impact betekent. EM-DAT rampenregistraties met betrekking tot natuurlijke en technologische rampen voldoen aan ten minste een van de volgende inclusiecriteria: ten minste tien dodelijke slachtoffers (inclusief doden en vermisten), ten minste 100 getroffen mensen (getroffen, gewond of dakloos) of een oproep voor internationale bijstand of een noodtoestandverklaring. Er zijn echter secundaire criteria, vooral voor gebeurtenissen in het verleden waarvoor geen kwantitatieve gegevens beschikbaar waren (bijvoorbeeld "de ergste ramp in een land of regio" of "een gebeurtenis die aanzienlijke schade veroorzaakte"). Er moet worden opgemerkt dat de gegevens voor de EU27 niet betrekking hebben op gebieden die deel uitmaken van een EU-lidstaat, maar niet tot het Europese continent behoren (bijvoorbeeld de zogenaamde DOM-TOM's).

Voor de berekening van de indicator houdt het Federaal Planbureau rekening met volgende natuurrampen.

  • Geofysisch: vulkanische activiteit (asval, lahar of vulkanische modderstroom, pyroclastische stroom, lavastroom), aardverplaatsing (steenval, aardverschuiving, lawine, verzakking van geofysische oorsprong) en aardbeving (grondbeweging, tsunami).

  • Meteorologisch: extreme temperatuur, storm en mist.

  • Hydrologisch: aardverschuiving (van hydrologische oorsprong) en overstroming.

  • Klimatologisch: bosbranden en droogte.

Natuurrampen die behoren tot de (sub)groepen "biologisch" (epidemie, insectenplagen en ongelukken met dieren) en "buitenaards" (inslag veroorzaakt door asteroïden of kometen) worden hier niet in aanmerking genomen.

Het CRED verbetert en vervolledigt continu de EM-DAT-gegevens, met het oog op, onder meer, het verbeteren van de gegevens over hittegolven (bijvoorbeeld de opname van het aantal gehospitaliseerde personen), epidemieën en economische schade.

Doelstelling: het jaarlijks gemiddeld aantal slachtoffers van rampen moet tijdens het decennium 2020-2030 lager liggen dan 1,97 per 100.000 inwoners.

De duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen of SDG’s die de Verenigde Naties in 2015 hebben aangenomen, bevatten subdoelstelling 13.1: "De veerkracht en het aanpassingsvermogen versterken tegenover met klimaat in verband te brengen gevaren en natuurrampen in alle landen".

De SDG’s bevatten, naast subdoelstelling 13.1 ook de volgende subdoelstellingen: "Tegen 2030 de weerbaarheid opbouwen van de armen en van zij die zich in kwetsbare situaties bevinden en hun blootstelling aan en kwetsbaarheid voor met klimaatgerelateerde extreme gebeurtenissen en andere economische, sociale en ecologische schokken en rampen beperken" (subdoelstelling 1.5) en "Tegen 2030 het aantal doden en getroffenen aanzienlijk verminderen en in aanzienlijke mate de rechtstreekse economische impact op het bruto binnenlands product terugschroeven dat veroorzaakt wordt door rampen, met inbegrip van rampen die met water verband houden, waarbij de klemtoon ligt op het beschermen van de armen en van mensen in kwetsbare situaties" (subdoelstelling 11.5).

Binnen het Actiekader van Sendai zijn zeven wereldwijde targets overeengekomen om het risico op rampen en de verliezen die ze met zich meebrengen te verminderen (UN, 2015; UNDRR, 2023). De eerste hiervan streeft ernaar om de wereldwijde sterfte door rampen tegen 2030 aanzienlijk terug te dringen, met als doel de gemiddelde sterfte per 100.000 wereldwijd tussen 2020-2030 te verlagen ten opzichte van het gemiddelde van 2005-2015. De tweede wereldwijde doelstelling wil het gemiddeld aantal niet-dodelijke slachtoffers per 100.000 wereldwijd eveneens tussen 2020-2030 verlagen ten opzichte van het gemiddelde van 2005-2015.

Op basis van de hier voorgestelde gegevens is het gemiddeld aantal dodelijke en niet-dodelijke slachtoffers in België, tijdens de referentieperiode 2005-2015, gelijk aan respectievelijk 1,15 en 0,82 per 100.000 inwoners. In de referentieperiode 2020-2030 moet bijgevolg het totaal aantal slachtoffers (dodelijke en niet-dodelijke) lager zijn dan 1,97 per 100.000 inwoners. Dit cijfer wordt hier als cijferdoel gebruikt voor het totaal aantal slachtoffers.

Het Actiekader van Sendai heeft een proces in gang gezet om statistieken over slachtoffers van rampen en de verliezen die ze veroorzaken beschikbaar te stellen. Het United Nations Office for Disaster Risk Reduction heeft hier de leiding over. Sinds 2022 neemt België actief deel aan dit rapporteringsproces. Het Nationaal Crisiscentrum is het National Focal Point voor België.

Evolutie: in 2022 waren er in België 3,73 slachtoffers per 100.000 inwoners. Het jaar voordien was uitzonderlijk door het zeer hoge aantal slachtoffers door de overstromingen van juli 2021. Die natuurramp maakte 880 slachtoffers per 100.000 inwoners, de hoogste waarde sinds 1990. Dit komt volgens de EM-DAT-gegevens overeen met 101.989 personen, waarvan 39 dodelijke slachtoffers. In 2020 waren er 12,7 slachtoffers van natuurrampen in België per 100.000 inwoners. Voor 2019 bedraagt dit cijfer 6,2. Dit komt respectievelijk overeen met 1.460 en 716 overleden personen. Deze zijn het gevolg van hittegolven: één in 2020 en drie in 2019. Het jaar daarvoor was er één overlijden ten gevolge van een extra-tropische storm.

Het totaal aantal slachtoffers van natuurrampen vertoont grote schommelingen tussen 1990 en 2022, die grotendeels te wijten zijn aan het onvoorspelbare karakter van natuurrampen. Omwille van deze reden is geen gemiddelde jaarlijkse groeivoet berekend.

Tussen 1990 en 2022 registreerde EM-DAT 53 natuurlijke rampen in België, waarvan 18 zonder en 35 met slachtoffers. De natuurrampen zonder slachtoffers betreffen een aardverschuiving, een koudegolf, een hittegolf, drie overstromingen en 12 stormen. De 35 natuurrampen met slachtoffers zijn drie koudegolven, acht hittegolven, 11 overstromingen en 13 stormen. Zoals eerder vermeld was de overstroming van juli 2021 het meest noodlottig met 880 slachtoffers per 100.000 inwoners.

Internationale vergelijking: in 2022 waren er in de EU27 42,2 slachtoffers van natuurrampen per 100.000 inwoners. In 2021 bedroeg dit cijfer 34,1. In vergelijking met de EU27 zijn er in België aanzienlijk minder slachtoffers van natuurrampen per 100.000 inwoners, met uitzondering voor het rampzalige jaar 2021.

Ook in de EU27 zijn er duidelijke pieken en perioden met minder of geen slachtoffers van natuurrampen. Het jaar 1990 was bijzonder catastrofaal met 1.434 slachtoffers per 100.000 inwoners in de EU27, te wijten aan een droogte in Spanje met 6 miljoen getroffen personen. Het jaar 1999 was ook bijzonder noodlottig met 913 slachtoffers per 100.000 inwoners in de EU27. Vooral de twee zeer hevige extra-tropische stormen in Frankrijk verklaren dat hoge cijfer.

Opsplitsing volgens gewest: het EM-DAT verduidelijkt, in de mate van het mogelijke, de locatie van de geregistreerde natuurrampen, maar de menselijke en economische impact worden op nationaal niveau aangegeven. Bijgevolg zijn er geen jaarlijkse vergelijkbare gegevens volgens gewest beschikbaar.

Opsplitsing volgens type slachtoffer: de sterke schommelingen in het totaal aantal slachtoffers geldt ook voor de dodelijke slachtoffers. Hittegolven verklaren steeds het hoge aantal doden in de periode 1990-2022. De top drie van meest noodlottige jaren zijn 2003, 2006 en 2020 met respectievelijk 11,3, 8,9 en 14,6 doden per 100.000 inwoners.

De overstromingen in de maand juli van 2021 verklaart de piek in niet-dodelijke slachtoffers in de periode 1990-2022, namelijk 880 per 100.000 inwoners. Het gaat hier vooral om personen waarvan de woning verwoest of zwaar beschadigd is en die onderdak nodig hadden als gevolg van die overstroming.

VN-indicator: de gekozen indicator stemt overeen met indicator 13.1.1 – Aantal doden, vermisten en slachtoffers door rampen, per 100.000 personen. Deze indicator wordt eveneens gebruikt voor de opvolging van subdoelstellingen van de SDG’s Geen armoede (indicator 1.5.1) en Duurzame steden en gemeenschappen (indicator 11.5.1).

Bronnen