Inkomen van de 40 procent armsten (i50)

  •  29/11/2024
  • doelstelling 
  •  evaluatie 

In 2023 is het inkomensaandeel (inkomen 2022) van de 40 procent armsten in België gelijk aan 24,6 procent. Om de duurzame-ontwikkelingsdoelstelling tegen 2030 te realiseren, moet dat cijfer stijgen. De trend is gunstig tussen 2004 en 2023 (evaluatie van november 2024; breuk in tijdreeks: BE 2019 – gegevens tot en met 2018 niet vergelijkbaar met gegevens vanaf 2019. Dit kan een impact hebben op het evaluatieresultaat, dat dus met de nodige voorzichtigheid gehanteerd moet worden).

The chart will appear within this DIV.

Inkomensaandeel van de 40% armsten - België en internationale vergelijking

aandeel in inkomen

 200420052010201520182019202020232023//20192018//20042018//2010
België23.322.823.223.223.323.923.824.60.70.00.1
EU27----21.420.921.221.421.421.70.3---0.1
//: Gemiddelde groeivoeten

breuk in tijdreeks: EU 2020, BE 2019 - gegevens tot en met 2018 niet vergelijkbaar met gegevens vanaf 2019

Eurostat (2024), Income share of the bottom 40 % of the population [sdg_10_50], https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 14/10/2024).

Definitie: de indicator meet het inkomensaandeel dat de onderste 40% van de bevolking ontvangt. Het gebruikte inkomensbegrip is het totale beschikbare huishoudinkomen.

De hier gebruikte gegevens zijn gebaseerd op de enquête European Union Statistics on Income and Living Conditions (EU-SILC), waarbij inkomensgegevens steeds betrekking hebben op het jaar dat voorafgaat aan het enquêtejaar. Dit betekent bijvoorbeeld voor het enquêtejaar 2020 dat bij de berekening van deze indicator de inkomens van 2019 zijn gebruikt, die niet beïnvloed werden door de covid-19-crisis (Statbel, 2021a).

Statbel organiseert in België deze binnen de EU geharmoniseerde enquête en stelt de resultaten ervan ter beschikking, onder meer aan Eurostat. 2004 is het eerste jaar waarvoor Europees geharmoniseerde gegevens zijn verzameld waarmee de indicator berekend kan worden. De hier gebruikte gegevens komen van Eurostat dat gedetailleerde en vergelijkbare data voor de EU-lidstaten publiceert. Omdat de gegevens op een enquête gebaseerd zijn, moet er rekening gehouden worden met een onzekerheidsmarge. Die onzekerheidsmarge wordt groter naarmate de indicator berekend wordt op kleinere subpopulaties. De betrouwbaarheidsintervallen (BI) zijn op verzoek verkrijgbaar bij Statbel.

Vanaf 2019 werd de enquêtemethode grondig herzien met het oog op een grotere nauwkeurigheid, waardoor de gegevens tot en met 2018 niet vergelijkbaar zijn met de gegevens vanaf 2019. In 2020 had de covid-19-pandemie een impact op de gegevensverzameling. Hierdoor zijn de resultaten van SILC 2020 moeilijk te vergelijken met die van de voorgaande jaren (Statbel, 2021b). Daarom worden ze niet gebruikt om de langetermijntrend te berekenen en te evalueren.

Doelstelling: het inkomen van de 40% armsten moet toenemen.

De duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen of SDG’s die de Verenigde Naties in 2015 hebben aangenomen, bevatten subdoelstelling 10.1: "Tegen 2030 geleidelijk tot een inkomenstoename van de onderste 40% van de bevolking komen tegen een ritme dat hoger ligt dan het nationale gemiddelde, en die toename ook in stand houden".

Evolutie: het inkomen van de 40% armsten is zeer stabiel in de tijd, ook al is er een zeer lichte stijging tussen 2004 en 2023, gaande van 23,3% tot 24,6% van het inkomen.

Internationale vergelijking: tussen 2010 en 2023 fluctueerde die indicator in de EU27 steeds rond 21%. Een zeer lichte toename in die periode wordt vastgesteld van 21,4% tot 21,7%. Het gemiddelde voor België in dezelfde periode is 2 procentpunt hoger dan dat van de EU27. In een verdeling van de lidstaten in drie groepen behoort België in 2023 met 24,6% tot de best presterende groep. In dat jaar stond de Slovakije met 25,6% op de eerste plaats en Bulgarije met 18% op de laatste.

Opsplitsing volgens gewest: kan niet worden weergegeven omdat er momenteel geen vergelijkbare gegevens beschikbaar zijn.

VN-indicator: de gekozen indicator benadert de indicator 10.1.1 Groeipercentages van huishoudelijke uitgaven of inkomen per hoofd van de bevolking onder de onderste 40 procent van de bevolking en de totale bevolking.

Bronnen