Jongeren die niet werken en noch onderwijs noch opleiding volgen (i41)

In 2022 was in België 9,2 procent van de jongeren van 15 tot 29 jaar niet aan het werk en evenmin onderwijs of een opleiding aan het volgen. Om de duurzame-ontwikkelingsdoelstelling tegen 2030 te realiseren, moet dat cijfer dalen naar 8,6%. Dat doel wordt bereikt met een voortzetting van de trend sinds 2000 (gegevens beschikbaar in november 2023). Het aandeel jongeren dat niet werkt en geen onderwijs of opleiding volgt, evolueert dus gunstig.

The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.
The chart will appear within this DIV.

Jongeren die niet werken en noch onderwijs noch opleiding volgen - België - trendevaluatie

procent van 15-29-jarigen

 20002005201020152020202220252030
waarnemingen17.214.013.014.412.09.2----
trend en extrapolatie (november 2023)17.214.713.613.111.210.29.28.1
doelstelling 20308.68.68.68.68.68.68.68.6

Statbel; Eurostat (2023), European Union Labour Force Survey (EU-LFS), edat_lfse_20, lfsi_neet_a_h, lfsi_neet_a, https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 03/10/2023) & berekeningen FPB.

Jongeren die niet werken en noch onderwijs noch opleiding volgen - België en internationale vergelijking

procent van 15-29-jarigen

 2000200220052010201520172020202120222022//20002022//20172022//2002
België17.216.414.013.014.412.612.010.19.2-2.8-6.1-2.8
EU27--15.915.315.315.113.613.713.111.7---3.0-1.5
//: Gemiddelde groeivoeten

breuk in tijdreeks: BE in 2001, 2004, 2017, 2021; EU in 2003, 2006, 2021

Statbel; Eurostat (2023), European Union Labour Force Survey (EU-LFS), edat_lfse_20, lfsi_neet_a_h, lfsi_neet_a, https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 03/10/2023).

Jongeren die niet werken en noch onderwijs noch opleiding volgen, volgens gewest - België

procent van 15-29-jarigen

 200020052010201520172020202120222022//20002022//2017
Brussels Hoofdstedelijk Gewest25.521.621.420.619.117.914.213.4-2.9-6.8
Vlaams Gewest12.410.48.810.79.28.87.56.4-3.0-7.0
Waals Gewest22.817.817.218.415.815.312.912.4-2.7-4.7
//: Gemiddelde groeivoeten

breuk in tijdreeks: 2001, 2004, 2006, 2011, 2017, 2021

Statbel; Eurostat (2023), European Union Labour Force Survey (EU-LFS), edat_lfse_22, https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 03/10/2023).

Jongeren die niet werken en noch onderwijs noch opleiding volgen, volgens geslacht - België

procent van 15-29-jarigen

 200020052010201520172020202120222022//20002022//2017
vrouwen20.415.714.115.013.212.49.79.1-3.6-7.2
mannen14.012.411.813.911.911.710.49.3-1.8-4.8
//: Gemiddelde groeivoeten

breuk in tijdreeks: BE in 2001, 2004, 2017, 2021; EU in 2003, 2006, 2021

Statbel; Eurostat (2023), European Union Labour Force Survey (EU-LFS), edat_lfse_20, lfsi_neet_a_h, lfsi_neet_a, https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 03/10/2023).

Jongeren die niet werken en noch onderwijs noch opleiding volgen, volgens opleiding - België

procent van 15-29-jarigen

 200020052010201520172020202120222022//20002022//2017
hoogstens lager secundair onderwijs23.317.417.018.715.815.112.512.0-3.0-5.4
hoger secundair onderwijs15.713.712.114.012.412.310.89.9-2.1-4.4
hoger onderwijs8.68.87.99.28.47.86.55.1-2.3-9.5
//: Gemiddelde groeivoeten

breuk in tijdreeks: 2001, 2004, 2006, 2011, 2017, 2021

Statbel; Eurostat (2023), European Union Labour Force Survey (EU-LFS), edat_lfse_21, https://ec.europa.eu/eurostat (geraadpleegd op 03/10/2023).

Definitie: het aandeel jongeren (van 15 tot 29 jaar) dat voldoet aan de volgende twee voorwaarden: (a) ze zijn niet tewerkgesteld en (b) zij hebben geen onderwijs of opleiding gevolgd tijdens de vier weken voorafgaand aan het interview. De gegevens zijn gebaseerd op de Enquête naar de arbeidskrachten (EAK). Statistics Belgium organiseert in België deze binnen de EU geharmoniseerde enquête en stelt de resultaten ervan ter beschikking, onder meer aan Eurostat. De methodologie van deze enquête werd in 2017 herzien. Gegevens van 2017 met die van voorgaande jaren vergelijken, vergt de nodige voorzichtigheid. Onder andere door wijzigingen in de definitie van werkloosheid naar aanleiding van een nieuw Europees kaderreglement kunnen de gegevens vanaf 2021 niet direct vergeleken worden met die van 2020. Voortaan zullen personen die tijdelijk werkloos zijn voor een duur van meer dan drie maanden niet meer bij de werkenden maar bij de werklozen of inactieven gerekend worden, afhankelijk van de antwoorden op de vragen naar het zoeken naar werk en het beschikbaar zijn.

De hier gebruikte gegevens komen van Eurostat dat gedetailleerde en vergelijkbare data voor de EU-lidstaten publiceert. Omdat de gegevens op een enquête gebaseerd zijn, moet er rekening gehouden worden met een onzekerheidsmarge. Die onzekerheidsmarge wordt groter naarmate de indicator berekend wordt op kleinere subpopulaties. De betrouwbaarheidsintervallen (BI) zijn op verzoek verkrijgbaar bij Statistics Belgium.

Doelstelling: het aandeel jongeren dat niet werkt en noch onderwijs noch opleiding volgt, mag in 2030 niet meer dan 8,6% bedragen.

De duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen of SDG’s die de Verenigde Naties in 2015 hebben aangenomen, bevatten subdoelstelling 8.6: "Tegen 2020 het aandeel aanzienlijk terugschroeven van jongeren die niet aan het werk zijn, geen onderwijs volgen en niet met een opleiding bezig zijn".

Het Nationaal Plan voor Herstel en Veerkracht neemt het Europese cijferdoel van de Europese pijler van sociale rechten over: het aandeel jongeren dat niet werkt en noch onderwijs noch opleiding volgt, mag in 2030 niet meer dan 9% van de 15- tot 29-jarigen bedragen. Deze doelstelling werd daarna voor België verfijnd tot 8,6% tegen 2030 (European Commission, 2022; Federal Public Service Social Security, 2023).

Evolutie: volgens deze enquête daalde het aandeel jongeren dat niet werkt en noch onderwijs noch opleiding volgt van 17,2% in 2000 tot 12% in 2008 (jaar van de financieel-economische crisis) en steeg daarna tot 14,9% in 2013 om opnieuw te dalen tot 10,1% en 9,2% in 2021 en 2022. De algemene trend blijft dalend (gemiddelde jaarlijkse groeivoet van -2,8%) tussen 2000 en 2022.

Internationale vergelijking: het aandeel jongeren dat niet werkt en noch onderwijs noch opleiding volgt daalt in de Europese Unie sinds 2002, maar stijgt van 2008 tot 2013, met de financieel-economische crisis. Vanaf 2013 wordt de daling opnieuw ingezet, met uitzondering van 2020. De daling verloopt over de hele periode trager dan in België. Sinds 2005 ligt België onder het Europees gemiddelde. In een verdeling van de lidstaten in drie groepen behoort België in 2022 tot de middelmatig presterende groep en het scoort beter dan het Europese gemiddelde. In dat jaar stond Nederland met 4,2% op de eerste plaats en Roemenië met 19,8% op de laatste.

Opsplitsing volgens gewest: het aandeel jongeren dat niet werkt en noch onderwijs noch opleiding volgt in 2022 is 13,4% in Brussel (BI95 11,8 – 15,1), 6,4% in Vlaanderen (BI95% 5,8 – 7,1), 12,4% in Wallonië (BI95% 11,2 – 13,6) en 9,2% in België (BI95% 8,6 – 9,8). De vergelijking tussen gewesten en de analyse van de ontwikkeling van deze indicatoren in de tijd moet rekening houden met de omvang van de betrouwbaarheidsintervallen.

Opsplitsing volgens geslacht: volgens de EAK evolueerde het verschil tussen mannen en vrouwen sterk. In 2000 lag dit aandeel meer dan 6 procentpunt hoger bij vrouwen dan bij mannen, maar het verschil verkleinde gestaag en in 2021 lag het aandeel voor het eerst lager bij vrouwen. De trend tussen 2000 en 2022 bij vrouwen is dan ook sterker dalend (met een gemiddelde jaarlijkse groeivoet van -3,6%), dan bij mannen (met een gemiddelde jaarlijkse groeivoet van -1,8%).

Opsplitsing volgens opleiding: doorgaans geldt dat hoe hoger het opleidingsniveau is, hoe lager het aandeel ligt van jongeren dat niet werkt en noch onderwijs noch opleiding volgt. In 2022 bedraagt de indicator 12% voor personen met hoogstens een diploma lager secundair onderwijs, 9,9% voor personen met een diploma hoger secundair onderwijs en 5,1% voor personen met een diploma hoger onderwijs.

VN-indicator: de gekozen indicator stemt overeen met indicator 8.6.1 - Deel jongeren (15-24-jarigen) dat niet werkt en noch onderwijs noch opleiding volgt.

Bronnen